Aan de Messiah gaan naast COV Laudando meewerken:
Orkest: Barokensemble Eik en Linde, sopraan: Margreeth Rietveld, alt: Merel van Schie ,tenor: Han Warmelink, bas: Sven Weyens

Barokensemble Eik en Linde
Het ensemble, opgericht in 2000 ter gelegenheid van een concert in de bovenzaal van het gelijknamige café in de Amsterdamse Plantagebuurt, bestaat uit professionele musici die elkaar gevonden hebben in hun liefde voor de barokmuziek en hun streven deze uit te voeren op een manier die zoveel mogelijk recht doet aan de bronnen. Zij spelen op authentieke instrumenten of kopieën daarvan. Artistiek leider en concertmeester is Franc Polman. Behalve in de thuisbasis Amsterdam wil Eik en Linde vooral optreden in kleinere plaatsen op karakteristieke locaties. Het ensemble treed ook regelmatig op met vocale ensembles. De periode 2016 – 2018 staat in het teken van L’Estro Armonico van Vivaldi. In vier verschillende programma’s met de titels ‘Vivaldi in de Winter’, ‘Vivaldi in de….’, worden alle 12 concerten voor één, twee en vier violen uit deze bundel ten gehore gebracht. In het voorjaar van 2017 produceerde Eik en Linde voor het eerst een ‘eigen’ Matthäus Passion met uitvoeringen in Enkhuizen en Monnickendam. In 2018 komt daar nog een uitvoering in Leeuwarden bij en het ensemble hoopt hiermee in deze plaatsen een traditie voort te zetten.

Sopraan Margreet Rietveld (1988) behaalde in juli 2011 haar bachelor diploma hoofdvak Klassieke Zang aan het ArtEZ Conservatorium te Zwolle, als studente van Lodewijk Meeuwsen en Riekje Bakker. Na haar studie studeerde ze een periode bij Harry van Berne en Heleen Koele, momenteel wordt Margreet gecoacht door Pieter van Breugel.
Margreet verleent regelmatig medewerking aan concerten, cd-, tv- en radio-opnames. Zo was ze al te horen in vrijwel alle grote oratoria van Bach (Matthäus- en Johannes-Passion, Magnificat, Weihnachtsoratorium en Hohe Messe), Händel (Messiah), Haydn (Die Schöpfung), Brahms (Requiem), Mendelssohn, Schubert, Bruckner, Vivaldi en Mozart.
Margreet maakt deel uit van diverse professionele ensembles als kamerkoor Ars Musica o.l.v. Patrick van der Linden, Cappella Amsterdam en Collegium Vocale Gent.
Als soliste nam Margreet deel aan masterclasses van Barbara Hannigan, Meribeth Dayme en Barbara Schlick. Als zangpedagoge is ze verbonden aan de koorschool van stichting Ars Musica, daarnaast heeft zij een aantal privéleerlingen.

Merel van Schie
Alt-mezzo Merel van Schie heeft een brede muzikale achtergrond. Op zesjarige leeftijd kreeg zij haar eerste vioollessen, tien jaar later stapte zij over naar de altviool en studeerde aan het Utrechts Conservatorium bij Prunella Pacey, Richard Wolfe en Nobuko Imai. Inmiddels had zij haar liefde voor het zingen ontdekt en studeerde zij, eveneens aan het Utrechts Conservatorium, bij Henny Diemer. Sinds kort wordt zij gecoacht door Marjan Kuiper.
Zij volgde de operaklas van Monique Wagemakers en masterclasses bij o.a. pianist Rudolf Jansen, zangers Mark Tucker, Henk Smit en Peter Kooij en regisseuse Jeannette Aster.
Merel soleert veelvuldig in concerten en oratoria en zong al tientallen kantates. Op haar repertoire staan onder meer de Mattheüs en Johannes Passion, het Weihnachts Oratorium en de H-moll Messe van Bach, de Messiah van Handel, het Requiem van Mozart, evenals meer romantisch repertoire zoals het Stabat Mater van Szymanowski. Ook zong zij in producties van opera’s van onder anderen Handel, Monteverdi, Purcell en Mendelssohn. Onlangs vertolkte zij het bijzondere werk ‘Nuestra Señora de la Soledad’ voor alt, altviool en koor van de Belgische componist Vic Nees.
Merel soleerde al enige malen in Duitsland in de Matthäus Passion. De Rheinische Post schreef: ‘die Altistin Merel van Schie überzeugte durch eine grosse Innigkeit und Empathie ihres Vortrages’. Dit jaar zong zij de alt-aria’s bij de uitvoeringen van de Matthäus Passion van de Nederlandse Bach Academie o.l.v. Hoite Pruiksma.

De tenor Erik Janse soleert veel in oratorium, lied en opera.
Naast de tenor-aria’s in beide Bach Passionen heeft hij de aria’s uit meer dan 70 Bach-cantates gezongen, waaronder de solocantate voor tenor in de Utrechtse Dom. Hij trad diverse malen als solist op in de Messiah van Händel, in diverse Missen en het Requiem van Mozart. Een hoogtepunt blijft vertolking van de Evangelist in de Bach-Passionen.
Romantisch repertoire voerde hij uit zoals de Petite Messe Solennelle (Rossini), het Requiem van Verdi, de Messa di Gloria (Puccini), de Misa Criolla ( Ramirez), de Elias ( Mendelssohn), de Messe Solennelle (Gounod), de Nicolas cantate (Britten) en het Oratorio de Noël (Saint-Saëns). Hij trad op met de liedcycli Dichterliebe van Schumann, de Schöne Müllerin en de Winterreise van Franz Schubert als ook met diverse bekende opera aria’s van onder meer Verdi, Puccini en Gounod. Bij de Nationale Opera verzorgde hij met de pianist Maarten Hillenius succesvolle lunchconcerten met liederen van Liszt (2015) en van Mendelssohn (2017).

Ook hedendaags werk zong hij met orkest zoals Nova Zembla van Sylvia Maessen, Orkestliederen en Vasalisliederen van Gijs Meeusen, de Jona-cantate van Van der Mullen en Nunc Dimittis van Helmuth Barbe.

Erik zingt sinds 2014 als freelancer bij diverse producties in het koor van de Nationale Opera. Erik studeerde zang bij Sasja Hunnego en Pierre Mak en Evert Jan Nagtegaal. Nu wordt hij gecoacht door operatenor Marcel Reijans<http://www.marcelreijans.com/>. In 2016 zong hij onder andere een hoofdrol in de opera Il Pirata van Bellini en de tenorsolo in het Requiem van Verdi.

Messiah (1742)

Georg Friedrich Händel (1685-1759)

Georg Friedrich Händel was een Engelse barokcomponist van Duitse afkomst. Händel kwam niet uit een muzikale familie. Toch openbaarde er zich al vroeg talent en belangstelling voor muziek. Zijn vader verzette zich hier aanvankelijk tegen, maar Händel oefende stiekem door.
Een bezoek aan Weißenfels was doorslaggevend, toen hertog Johan Adolf hem, als kind van amper acht, hoorde spelen. Door zijn toedoen kreeg Händel een muziekopleiding bij een organist in Halle.
Händel componeerde in totaal meer dan 610 werken waaronder 42 opera’s, 29 oratoria, meer dan 120 cantates, trio’s en duetten. Dat komt overeen met ongeveer 2.000 aria’s. Verder Engelse, Duitse, Italiaanse en Latijnse kerkmuziek, serenades en odes. Onder zijn instrumentale werken vallen de orgelconcerten, concerti grossi, ouvertures en kamermuziek zoals hobo- en viool- sonates en werken voor klavecimbel en orgel.
Händel werd als een van de grootste componisten van zijn tijd gezien. In 1751, tijdens het schrijven van zijn laatste oratorium Jephta werd hij blind aan zijn linkeroog, waarop hij stopte met componeren. In 1752 lag hij onder het mes van een aantal chirurgen vanwege staar. In 1753 was Händel volkomen blind, ondanks dit gebrek bleef hij orgel spelen en dirigeren.
Op 6 april 1759 woonde de oude Händel in het Covent Garden Theatre in Londen de laatste uitvoering van dat seizoen van zijn Messiah bij.
Daarna werd hij plotseling zwaar ziek. Volgens getuigen hoopte hij op Goede Vrijdag te sterven. De bijzonder sterke Händel leefde ondanks de zeer hoge koorts nog een dag langer en stierf op Stille Zaterdag. Hij werd op 20 april 1759 onder grote publieke belangstelling begraven in Westminster Abbey. Händel is 74 jaar geworden.

Messiah (1742)

Oratoria
Rond 1738 gaf Händel een nieuwe wending aan zijn muzikale loopbaan. Hij begon afstand te nemen van het genre waarin hij twintig jaar lang had uitgeblonken, de Italiaanse opera, en legde zich steeds meer toe op het oratorium in de Engelse taal. De beslissing om de opera- wereld vaarwel te zeggen werd hem ingegeven door de moordende concurrentie die toen in Londen heerste. Als zelfstandige operacomponist moest Händel veel te vaak financiële tegenslagen incasseren, intriganten op afstand houden en grillige sterzangers tot bedaren brengen. Hij zocht naar nieuwe mogelijkheden om een breder publiek te bereiken zonder te grote risico’s te lopen. Met de oratoria Saul en Israël in Egypt wist hij in 1739 veel muzieklief- hebbers naar de concertzaal te lokken. Bijbelse onderwerpen in de volkstaal spraken de burgerij nu eenmaal veel meer aan dan de duistere mythologische onderwerpen van de Italiaanse opera’s. Een bijkomend voordeel was dat oratoria (geestelijke drama’s in concertvorm) ook tijdens de vastentijd mochten worden uitgevoerd. Zonder het te weten legde Händel met zulke werken de basis voor zijn latere roem. Tot op heden staat hij zowel binnen als buiten Engeland voornamelijk bekend als oratoriumcomponist.

Tekst
De tekst van Saul was afkomstig van een goede kennis en bewonderaar van Händel, Charles Jennens. Deze welvarende en veelzijdige geleerde hield er strenge religieuze opvattingen op na. Hij had vooral een hekel aan de protestantse vrijdenkers, ook Deïsten genoemd, die God slechts als Schepper en niet als Verlosser beschouwden. Na het succes van Saul besefte Jennens dat hij in de persoon van Händel een ideale spreekbuis had gevonden om zijn religieuze overtuigingen aan de man te brengen. Jennens besloot de strijd met de Deïsten aan te binden over een wezenlijke kwestie binnen de christelijke leer, het geloof in de Messias. Doelbewust voegde hij een tachtigtal bijbelse fragmenten rondom dit onderwerp samen en legde hij het resultaat aan Händel voor. Händel zag er wel wat in en componeerde Messiah in slechts drie weken, tussen 22 augustus en 12 september 1741, hetgeen voor hem trouwens geen uitzonderlijke prestatie was. Hij nam de partituur vervolgens mee naar Dublin, waar hij op uitnodiging van de autoriteiten een concertenreeks zou organiseren. Daar vond de eerste uitvoering van Messiah plaats op 13 april 1742. Het succes was overweldigend. Uitvoeringen in Londen volgden het jaar daarna.

Messias
Met Messiah tracht Jennens te ‘bewijzen’ dat de Messias zich op aarde in de persoon van Jezus Christus heeft geopenbaard (Christus is een vertaling van het Hebreeuwse woord Messias, ‘de Gezalfde’). De schrijver veronderstelt het evangelie als bekend en stelt zich geenszins ten doel om het leven van Jezus uitgebreid te vertellen. Voor de episodes van de geboorte en de kruisiging, volstaat hij met zin- spelingen op respectievelijk de herders (pastoraal intermezzo en recitatief) en de wonden (koor ‘And with His stripes’). Er is in Messiah dus geen sprake van een kerstoratorium of van een passieverhaal, maar van een doordachte exegese. Jennens gebruikt voorname- lijk oudtestamentische profetieën, die hij in een nieuwtestamentisch licht plaatst. Hierbij deinst hij er niet voor terug om bepaalde citaten aan te passen als het hem uitkomt. Zo vervangt hij soms de directe rede door de indirecte om het betoog op Christus te betrekken. De tekst van het derde deel is grotendeels aan de Brieven van Paulus ontleend. Toch selecteert Jennens ook hier enkele fragmenten waarin de apostel de profeten citeert. Door de overeenkomsten tussen het Oude en Nieuwe Testament te benadrukken, hoopt Jennens nog meer kracht aan zijn religieuze manifest te verlenen.

Muziek
De muziek is veel directer en dramatischer dan de tekst. Händel begrijpt de bedoelingen van zijn tekstschrijver haarfijn, maar spreekt rechtstreeks tot het hart. Bovendien kan hij als kosmopolitische componist uit verschillende bronnen putten. Hij past de kennis van het contrapunt toe die hij tijdens zijn opleiding als kerkmusicus in het Duitse Halle heeft opgedaan. Hij streelt het oor met welluidende melodieën, erfenis van zijn verblijf in Italië als jonge man en van een jarenlange ervaring als operacomponist. Hij demonstreert tenslotte zijn affiniteit met de Engelse koortraditie die een halve eeuw eerder met Purcell een eerste hoogtepunt had bereikt. Al met al biedt Messiah een aaneenschakeling van weergaloze recitatieven, aria’s en koren. De criticasters vonden deze muziek veel te onderhoudend voor zo’n diepzinnig onderwerp, waarop Händel antwoordde: ‘Ik zou het betreuren als ik de luisteraars slechts heb weten te onderhouden. Het is mijn wens om ze te verbeteren.’

Coupures
Zoals dat in de tijd van Händel gebruikelijk was werd, indien mogelijk en nodig, per gelegenheid gekozen welke delen al dan niet uitgevoerd werden. Omdat Messiah geen doorlopend verhaal is van het leven van Christus en de muziek niet is geschreven als doorlopende structuur met allerlei dwarsverbanden en symmetrie, is het eenvoudig om de keuze te maken om enkele delen niet uit te voeren; de structuur van het stuk gaat daarmee immers niet verloren. Onze dirigent koos ervoor de hoeveelheid muziek te beperken en met name een aantal delen uit het eerste en tweede niet uit te voeren en het derde deel geheel uit te voeren. Daardoor ontstaat er een mooi evenwicht tussen het deel voor en na de pauze.

Vertaling

De vertaling van de gebruikte Bijbelteksten treft u op onze site aan

Uitleg over de Messiah teksten